Wist U....
"Hoe moeten wij bidden?"
Zullen wij het Woord openslaan bij: 1
Joh. 5:14. "En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben,
dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort". Wanneer
wij bidden naar Zijn wil, dan verhoort de Heer altijd ons gebed! Dat
vraagt van ons ……geloof. Als wij bidden naar Zijn wil, dan verhoort
de Heer altijd! Ik wil met u door het Woord van God wandelen om eens te kijken
wat er geschreven staat over bidden.
Het centrale thema is dan ook: HOE MOETEN WIJ BIDDEN?
Weet u, wanneer de Here Jezus ging bidden dan wist Hij altijd dat Zijn gebed verhoord zou worden door God de Vader. Wij lezen in Joh. 11:41-42 "Zij namen dan de steen weg. En Jezus sloeg de ogen opwaarts en zei: Vader Ik dank U, dat Gij Mij verhoord hebt. Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare, die rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven, dat Gij Mij gezonden hebt". De vraag luidt nu: hoe is het nu mogelijk, dat de Here Jezus wist, dat Zijn Vader Zijn gebed altijd zou verhoren. Laten wij wederom het Woord spreken: Joh. 8:28-29. "Jezus dan zei: Wanneer gij de Zoon des mensen verhoogd hebt, zult gij inzien, dat Ik het ben en niets uit Mijzelf doe, doch dat Ik dit spreek, gelijk de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft, is met Mij. Hij heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt".
De Here Jezus spreekt naar de wil van de Vader. Hij doet altijd wat God de Vader behaagt. Bidden wij ook zo? En dan moeten wij bekennen als, wij echt eerlijk zijn, dat dit niet zo is omdat wij elke dag weer onze eigen wil doen en niet de wil van de Vader in de Hemel. Dit is voor ons een loodzware voorwaarde, om te bidden naar Zijn wil. Wij zijn zulke zwakke mensen. Wij zijn zo begrensd. Wij weten zo slecht te onderscheiden wat de wil van de Vader is.
Maar de oplossing van dit probleem ligt in de tweede voorwaarde van hoe wij moeten bidden. Wij moeten namelijk bidden in Zijn Naam. Zoekt u maar eens op Joh. 16:23b-24. "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij". In de Naam van Jezus Christus verhoort de Vader altijd, omdat Jezus Christus altijd de wil van de Vader doet en zo in deze wil van de Vader het ook Zelf voor ons volbracht heeft.
Hij heeft Zich met ons vereenzelvigd door Zijn menswording en zo onze zonden, zwakheden en onvolmaaktheid gedragen op het kruis in Zijn eigen Lichaam, om daar onze zondige onvolmaakte natuur in de dood te brengen. Dit is het grote werk van God, dat Hij in Jezus Christus onze zondige natuur in Zijn Lichaam heeft veroordeeld, opdat de rechts eis van Gods wet zou worden vervuld in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest. (Rom. 8:3-4)
Op onze Paasmorgen, wat de letterlijke vervulling is
van Gods 3e feest aan Israël gegeven het
Hoogtijfeest van de Eerstelingsgarve, stond Jezus niet alleen op uit de dood,
maar ook de Nieuwe mens, de Eersteling, die God in Hem herschapen heeft. Hij,
de Nieuwe mens, is zó volmaakt, dat hij aan Gods rechterhand mag zitten.
(Rom.
8:34) Hij is onze Voorloper (Hebreeën
6:20). Daarom is in Zijn Naam verhoring.
In 1 Joh. 2:1 staat geschreven: "Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige". Jezus Zelf is onze voorspraak bij de Vader. Hij is daar momenteel onze Hogepriester, Die voor ons bidt en pleit. Nu worden onze gebeden, als wij bidden in Zijn Naam, door Hem gereinigd en geheiligd en omgezet naar de wil van de Vader. Ons gebed gaat via onze Voorspraak, onze Hogepriester Jezus Christus naar de Vader. Jezus is onze Voorbidder en door Hem worden al onze gebeden gereinigd en geheiligd. In Joh. 14:13-14 lezen wij: "en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen". Tot tweemaal toe zegt de Heer dit: "Ik zal het doen". En dat betekent, dat het een vaststaand feit is.
Hij doet het en wij mogen werktuigen zijn, geen werkers, maar werktuigen! Kanalen, waardoor Zijn zegen stroomt. Bidt in Jezus Naam en geloof, dat Hij het doen zal. Wanneer wij bidden in Zijn Naam, betekent dat ook, dat wij gaan bidden in Zijn uur.
Daarvoor slaan wij drie gedeelten op, eerst Hand. 3:1: "Petrus nu en Johannes gingen op naar de tempel tegen het uur des gebeds, dat is het negende". Hand. 10:2-3: "een godvruchtig man, een vereerder van God met zijn gehele huis, die vele aalmoezen aan het volk gaf en geregeld tot God bad. Hij zag in een gezicht, omstreeks het negende uur van de dag". Hand. 10:30: "En Cornelius zeide: Juist voor vier dagen, van dit ogenblik af gerekend, was ik op het negende uur thuis in gebed". Wat is dit voor een uur? De Schrift verklaart zich altijd zelf. In Marc. 15:33-34 lezen wij: "En toen het zesde uur aangebroken was kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur. En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Eloi, Eloi, lama sabachtani, hetgeen betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten"?
Op het negende uur werd het volbracht! Nu gaat het er niet om, dat wij elke dag op het negende uur moeten bidden. Dat is de zin, de bedoeling hiervan niet. Het gaat omdat éne negende uur, waarop Jezus stierf op Golgotha´s kruis. Als wij bidden in dat uur, dan wil dat zeggen, dat wij gaan bidden op grond van dat volbrachte werk van Jezus Christus. In Zijn volbrachte offerande verhoort God altijd.
Ons gebed wordt niet verhoord op grond van iets uit onszelf, noch om onze godsdienstigheid maar alleen op grond van dat volbrachte werk, hoort en verhoort God altijd. Hieruit volgt direct de volgende voorwaarde van hoe wij bidden moeten: wij moeten bidden in geloof. Laten wij maar lezen Jac. 1:6: "Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt".
Uit ons zelf kunnen wij dat geloof niet opbrengen. Daarom moeten wij ons openstellen voor Hem en bidden in Zijn Naam, dan doet Hij het en dan geeft Hij ons het geloof. Ik ben dikwijls begonnen te bidden voor iets, waarvoor ik op dat moment nog niet het geloof had maar al biddende opende ik mij voor de Heer en zo kwam Gods Geest mij te hulp en kreeg ik het volle geloof ervoor en ook de zekerheid van de verhoring. Het is alles door Hem. Laten wij maar lezen Hebr. 11:6: "maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken". En Marc. 11:24. "Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden".
Al ziet u niets en al ervaart u nog niets, u hebt gebeden in Zijn Naam en dan zal Hij het doen en nu kunnen wij er voor danken. Bidden in geloof betekent ook dat wij gaan danken. Laten wij lezen Fil. 4:6: "Wees in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God". Bidden met dankzegging, dat vergeten de meeste mensen. Het is meestal alleen maar vragen, maar wij moeten de Here vooraf al loven, prijzen en danken. Psalm 50:23 zegt: "Wie lof offert, eert Mij en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien". Wilt u de volle zegen van God ervaren, dan moet u Hem lof offeren.
Als wij de Vader en de Zoon gaan eren in Zijn volbracht offer, als wij Hem gaan eren in Zijn liefde voor ons, als wij Hem gaan eren in Zijn uur, dan banen wij daardoor de weg waarop wij het heil zien, dat God voor ons bereid heeft. U kent allemaal de geschiedenis van Paulus en Silas in de gevangenis. Kijkt u thuis maar in Handelingen 16:25. Zij klaagden daar niet, zo zaten daar niet in de put, ondanks de kapot geslagen ruggen van de geselingen en de vunzige kerkers, maar ze brachten God en het Lam lofprijzingen.
Dit kunnen wij mensen niet uit onszelf, want wij zijn figuren, die in zo´n toestand van nature dan alleen maar klagen, zuchten en jammeren. Maar dat is nu geloof en dat is nu bidden in Zijn Naam. Wij mensen zien veel te veel op onszelf en op onze eigen moeilijkheden en daardoor zijn wij vleugellam geworden. Wij moeten zien op Hem, Jezus Christus, Die het alles voor ons heeft volbracht en dan hebben wij ook een lofprijzing als wij bidden in Zijn Naam.
Dat wil dan ook zeggen, dat wij één willen zijn met onze broeders en zusters in Jezus Christus. Er is niets wat de verhoring van een gebed zó verhindert, als de verdeeldheid en scheuring onder Gods kinderen. Bidden in Zijn Naam betekent: één zijn met Jezus. Maar nooit kan ik één zijn met Jezus als ik iets heb tegen mijn broeder of zuster. Want Jezus gaf ook Zijn leven voor die broeder en zuster. De Heer zegt niet voor niets in Joh 15:7 "Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden".
In Hem blijven betekent: de éénheid bewaren. Laten wij ook lezen vers 16 en 17 van Joh 15. "Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam. Dit gebied Ik u, dat gij elkander liefhebt". Dan zullen wij niet alléén bidden voor onze eigen gemeente, kring of samenkomst, maar dan gaan wij bidden voor heel de Gemeente van Jezus Christus. Wij bidden toch ook het Onze Vader: Weet u wat wij dan zeggen: "En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren". Want wanneer wij de mensen hun overtredingen vergeven zal ook onze Hemelse Vader ons vergeven.
Hoe kunnen wij met haat in ons hart tot de Heer gaan? Haat is het ergste vergif. Het is de duivel in ons hart en dan kunnen wij niet bidden. Nog een voorwaarde van hoe wij moeten bidden, is te vinden in Lucas 18:1, waar wij lezen, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen. Wij moeten bidden met volharding! Romeinen 12:12 zegt: "Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in gebed". Col. 4:2 zegt het nog eens: "Volhardt in het gebed". En in Hand. 1:14 lezen wij: "Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed".
Dit is nodig, omdat wij te strijden hebben tegen de overheden,
tegen de machten, tegen de
wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten
(Ef.
6:12). In Daniël
10 wordt vertelt dat Daniël 21 dagen vast en bidt. Als de engel Gabriël
dan komt, zegt Gabriël, dat de woorden van Daniël gebed gehoord
zijn vanaf de eerste dag, maar dat de luchtvorst van Perzië 21 dagen
tegenover hem stond. Een luchtvorst, een duivelse demon. Hij stond 21 dagen
tegenover Gabriël, totdat Michaël, de grote aartsengel, te hulp
kwam.
Er vond toen een hele strijd plaats. Een oorlog in de hemelse gewesten, tussen de boosheden in de lucht, satan en zijn duistere machten en de engelen van God, om de verhoring te geven aan het gebed van Daniël, dat naar Gods wil was. Na 21 dagen werd de overwinning behaald en de duivel moest wijken. Dus na driemaal zeven dagen. Satans macht is groot, heel groot, onderschat u dat a.u.b. niet, maar toch gaat zijn macht nooit verder dan driemaal 6, terwijl God drie maal 7 is. Toen Daniël driemaal zeven dagen gebeden had was de overwinning daar. Daarom is volharding nodig.
Als laatste voorwaarden van hoe wij moeten bidden is bidden in de Geest. Laten wij maar een drietal gedeelten opslaan Ef. 6:18. "En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen". Eveneens Judas vers 20: "Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest". En Romeinen 8:26: "En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen". Laten wij ook leren bidden in de Geest en ons daarnaar uitstrekken. Dan geeft de Heilige Geest ons ook de gave om zo te kunnen bidden.
En in 1 Kor. 14:13-15 lezen wij iets van deze wonderbare gebedsgave, en er staat dat wij er naar mogen streven. "Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen. Want indien ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar. Hoe staat het dan? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand". De gave van talen en tongen is een gebedsgave. Want wie in een tong spreekt, spreekt tot God en niemand verstaat het, want door de Geest spreekt hij geheimenissen.
U mag bidden: "Heer ik weet niet naar behoren te bidden maar Geest van God kom mij te hulp en leer mij bidden.
Bijbelstudie Centrum – wistu@bijbelstudiecentrum.nl