Vraag en Antwoord

“In Lucas 20:36 wordt door u (Bijbelstudie Centrum) gesteld dat daar dient te staan "zonen Gods". Maar volgens mijn studieboek Hebreeuws hoort daar te staan "kinderen Gods”

Ten eerste is een studieboek Hebreeuws niet de grondtekst van het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament is ook niet geschreven in het Hebreeuws maar in het Grieks. En in het Grieks wordt daar het woord "huios" gebruikt. Dit woord heeft de volgende betekenissen: 1. zoon/kind, afstammeling/volgeling. Wanneer wij dit woord letterlijk zouden vertalen, zou er inderdaad ook eventueel kind kunnen staan. Echter dienen wij altijd de Bijbel in Zijn verband met het geheel te lezen.

Hier is sprake dat zij (kinderen/zonen Gods) aan de engelen gelijk zijn. Dus hemelse wezens.
Het Oude Verbond spreekt niet veel over zonen Gods, slechts 5 maal.
In het Nieuwe Verbond wordt het slechts 2 maal genoemd (NBG). (zie samenvatting aan het einde)

Zonen Gods zijn dus wezen geschapen door God.
Adam was eveneens een zone Gods, geschapen door God en naar het beeld van God. Wij mensen zijn niet meer geschapen naar het beeld van God, maar naar het beeld van Adam, de gevallen mens.

Wanneer wij, door de Heilige Geest, opnieuw geboren worden, niet uit het vlees maar uit de Geest van God, zijn wij als nieuw geboren zonen Gods geworden. Wanneer wij pas opnieuw geboren zijn, zijn wij nog kinderen. Een kind is onmondig. Dit wordt zo mooi verafgeschaduwd in de Tabernakel.

In de voorhof (de wereld) komen wij bij het brandofferaltaar, waar wij knielen en ons leven afleggen in Christus dood en opstanding. Bij het wasvat worden wij als nieuwe schepselen (eerstelingen) gereinigd door de onderdompeling en de gehele afwassing. Zie de priesterdienst.

Dan zijn wij opnieuw geboren geworden. Maar nog onmondig. Wij vertoeven nog steeds in de voorhof. Zie b.v. Galaten 4:1: "Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij ook eigenaar van alles". En zie Galaten 4:3: "Zo bleven ook wij, zolang wij onmondig waren, onderworpen aan de wereldgeesten". (Dit is ook precies wat de wereld wel wil. Met kerst een kind eren, een hulpeloos kind, waar wij in principe onze macht kunnen behouden. Maar men wenst niet de gekruisigde en opgestane "Mensenzoon".)

Maar zodra wij ons willen laten heiligen (het eigen ik inleveren), dan gaan wij het Heiligdom binnen. En doordat wij ons willen laten heiligen door Jezus Christus, zullen wij groeien en opwassen tot zonen.

Een kind is onmondig, maar een zoon is gegroeid  in o.a. kennis. Zie de volgende teksten:
Romeinen 15:14; 1 Corinthe 1:5; 1 Corinthe 8:7; 1 Corinthe 12:8; 1 Corinthe 14:6; 2 Corinthe 2:14; 2 Corinthe 4:6; 2 Corinthe 6:6; 2 Corinthe 8:7; 2 Corinthe 11:6; Efeze 4:13; Kolossensen 1:9; Kolossensen 1:10; Kolossensen 3:10; 2 Petrus 1:2; 2 Petrus 1:3; 2 Petrus 1:5; 2 Petrus 1:6; 2 Petrus 1:8; 2 Petrus 3:18

Een kind is onmondig, maar een zoon heeft kennis, net zoals de engelen Gods.

Wanneer wij ons willen laten heiligen, dan gaan wij het Heiligdom binnen. En doordat wij ons willen laten heiligen door Jezus Christus, zullen wij groeien en opwassen tot zonen.

Een kind is onmondig, maar een zoon is gegroeid  in o.a. wijsheid. Zie de volgende teksten:
1 Corinthe 2:6; 1 Corinthe 2:7; 1 Corinthe 12:8; Efeze 1:17; Efeze 3:10; Kolossensen 1:9; Kolossensen 1:28; Kolossensen 2:3; Kolossensen 2:23; Kolossensen 3:16; Jakobus 1:5; Jakobus 3:17; 2 Petrus 3:15.

Een kind is onmondig, maar een zoon heeft wijsheid, net zoals de engelen Gods.

Wanneer wij ons willen laten heiligen, dan gaan wij het Heiligdom binnen. En doordat wij ons willen laten heiligen door Jezus Christus, zullen wij groeien en opwassen tot zonen.

Een kind is onmondig, maar een zoon is gegroeid  in o.a. inzicht. Zie de volgende teksten:
2 Corinthe 5:15; Efeze 3:4; Filippensen 1:9; Kolossensen 1:9; Kolossensen 2:2; 2 Timotheus 2:7; 1 Johannes 5:20.

Een kind is onmondig, maar een zoon heeft inzicht, net zoals de engelen Gods.

Samenvatting:
Romeinen 8:14  "Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods".
Romeinen 8:19  "Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods".

Ook hier staat het Griekse woord "huios", maar hier vertaald men het wel goed, omdat het hier niet betrekking heeft op kinderen maar op volwassenen (geheiligden), vol van kennis, wijsheid en inzicht.

Conclusie:
Lucas 20:36: "Want zij kunnen niet meer sterven; immers, zij zijn aan de engelen gelijk (dus vol van kennis, wijsheid en inzicht) en zij zijn (geen kinderen maar) zonen Gods".

Uiteraard slaat deze bovenstaande tekst allereerst op het feit, dat engelen eeuwigheidsleven hebben. Engelen kunnen niet sterven, net zoals wij wedergeborenen ook eeuwigheidsleven hebben ontvangen. Maar mijn uitleg gaat over het gegeven dat engelen vol zijn van kennis, wijsheid en inzicht.

Het enige waar ze begeren een blik in te slaan, omdat zij dat niet kunnen vatten, is het verzoenende bloed. Dat is het enige wat zij niet kennen. De genade door het verlossende bloed.

 

Bijbelstudie Centrum – FAQ@bijbelstudiecentrum.nl