Vraag en Antwoord

“Wie zijn de 24 oudsten en de 4 dieren in Openbaring?”

Alvorens daar antwoord op te geven, wil ik eerst de indeling van Openbaring behandelen.

Begin met eerst te lezen Openbaring 1:19: "Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal".

Dit is een heel belangrijke tekst, die wij de sleuteltekst voor dit Bijbelboek zouden kunnen noemen. Wat wordt er met dit Bijbelboek gemarchandeerd! Maar de Here Jezus geeft zelf deze sleutel om dit profetische boek te kunnen openen en deze sleutel moeten wij gebruiken. Wie deze sleutel niet gebruikt, krijgt dit boek niet geopend.

De Heer deelt dit boek in drieën. Hij zegt: "Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt". Het is het gedeelte waar Johannes Jezus Christus aanschouwt heeft, zoals Hij werkelijk is, en dat staat vanaf vers 10 tot en met vers 19.
Het volgende gedeelte is: "hetgeen is", maar letterlijk staat er in het Grieks: "en wat wij zijn". Wie bedoelt de Here Jezus hiermee? De zeven gemeenten. Dit tweede gedeelte slaat dus op de zeven zendschrijven in hoofdstuk 2 en 3, waarin Jezus openbaart, wat al die gemeenten nu werkelijk zijn, vanaf het ogenblik, dat Johannes deze boodschap uit de hemel ontving, totdat de Gemeente hier op aarde voleindigd is, bij haar opname. Het slaat op het gemeente tijdperk en inderdaad vinden wij in hoofdstuk 2 en 3 de hele Gemeente geschiedenis door al de eeuwen heen tot aan haar voleinding. Vandaag leven wij dus nog steeds in Openbaring 2 en 3 en nog niet in Openbaring 4 en verder.
Het derde gedeelte is: "en hetgeen na dezen geschieden zal". Dat begint direct bij Openbaring 4, want het Woord verklaart zichzelf. In Openbaring 4:1 lezen wij: "Na dezen"; na die zeven gemeenten en deze tijd loopt door tot aan het einde van het boek Openbaring. (lezen Handelingen 15:14-17)

Dan nu: Wie zijn deze oudsten? De Schrift verklaart zichzelf! Oudsten worden in de gehele Schrift, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, de vertegenwoordigers van het volk van God genoemd en het zijn altijd mensen. Nooit wordt het woord "oudsten" gebruikt voor engelen of voor enig ander schepsel. Israël had zijn oudsten en ook de Gemeente heeft haar oudsten. Deze 24 oudsten bestaan dus uit mensen, maar wat voor een mensen?

Toch is dit niet de hele Gemeente: het zijn de oudsten en dat wil zeggen, dat het diegenen zijn, die bijzonder door God zijn geroepen om te leren, te profeteren, te onderwijzen. Dat zullen zij ook in de eeuwigheid doen, want steeds als Johannes iets moet weten, wat hij niet begrijpt, is het de oudste, die het hem zegt. Zie maar in Openbaring 7:13-14.

Dit vinden wij ook in Openbaring 5:4-5. De oudsten zijn dus leraars en profeten. Het Lam was nog niet op de voorgrond gekomen, maar zij profeteerden van te voren en zij wisten het. Nu gaan wij de andere groep van de Gemeente bezien. Ook hier op aarde bestaat de Gemeente naar Gods gedachten uit deze twee groepen. De Gemeente Gods bestaat uit de leden met geroepen oudsten. Elke plaatselijke gemeente heeft oudsten, maar er zijn ook nog oudsten in een interlokale dienst, zoals apostelen en profeten. Wij hebben dus de groep van de oudsten behandeld en nu gaan wij de andere groep bezien.

Lees Openbaring 4:6-8. Onze vertaling spreekt van vier "dieren", maar in het Grieks staat het woord "zooa", wat letterlijk "levende wezens" betekent. Dit kan op dieren, maar ook op mensen betrekking hebben, want beiden zijn levende wezens. De vertalers hebben hier "dieren" vertaald, omdat zij het niet verstaan hebben. Wij hebben hier helemaal niet met dieren te maken, al schijnt het wel zo, want wij lezen, dat het eerste dier een leeuw gelijk was.

Het zijn er vier in getal, die wij vinden in de Troon en rondom de Troon. Wie zijn nu deze vier levende wezens? Wij vinden het ook in Openbaring 5:8, als het Lam de boekrol neemt, dan werpen niet alleen de 24 oudsten zich neder voor het Lam, maar ook de vier wezens. Zij behoren dus bij elkaar. Zoals de 24 oudsten elk een citer en gouden schalen vol reukwerk hadden, zo hadden die levende wezens dit ook en zijn dus ook priesters en koningen, want zij zingen met de oudsten hetzelfde lied.

Dit lied kan geen engel, of een ander schepsel zingen, want een engel kan niet zingen een lied van verlossing door het bloed van het Lam. Deze vier levende wezens vertegenwoordigen dus ook verloste mensen en zijn dus de andere groep van de Gemeente. De oudsten en de levende wezens werden door Johannes in de hemel gezien, direct, nadat de Gemeente opgenomen was, want zij vormen de Gemeente. Maar later, als de bruiloft des Lams plaatst gevonden heeft en Jezus met de Gemeente wederkeert op de aarde, vinden wij hen niet meer in de hemel, omdat zij daar dan niet meer zijn.

Laten wij lezen Openbaring 19:11-16. Zijn het dan maar vier gemeente leden? Neen, evenmin als het maar 24 oudsten zijn. Wij hebben immers gezien, dat die 24 oudsten een grote schare vormen, waarvan er steeds één per orde aanwezig moet zijn en deze 4 levende wezens vormen een nog grotere schare. Het aantal wordt ons niet gezegd, want dat weet God alleen. Om dit te begrijpen, moeten wij ook weer terug naar Israël. Wij hebben gezien, hoe de Tabernakel een afbeelding is van het hemelse. Alles, wat wij hier vinden, vinden wij in de hemel terug in werkelijkheid.

Wij hebben ook gezien, hoe de Levitische priesters in orden werden ingedeeld, want zo wil God de Gemeente hebben. Maar het Oude Verbondsvolk was een voorafschaduwing van het Nieuw Testamentische Verbondsvolk, de Gemeente, die een hemelse roeping en een hemelse erfenis heeft. Nu bestond het Oude Verbondsvolk niet alleen uit Levieten en priesters, maar er waren er nog meer, de twaalf stammen Israëls. God woonde er in Zijn heilige Tempel en de Levieten en de priesters legerden zich daar precies omheen. Hier zien wij hetzelfde beeld: de Troon in het midden en rondom de Troon de 24 tronen, de Nieuw Testamentische priesters.

In het Oude Verbond legerden zich de twaalf stammen daar omheen, en wel drie stammen aan de Oostkant onder de banier van Juda, dat is de leeuw; drie stammen aan de Zuidkant onder de banier van Ruben, dat is de mens; drie stammen aan de Noordkant onder de banier van Dan, dat is de vliegende arend, en drie stammen aan de Westkant onder de banier van Efraim, dat is het rund. Zo heeft God de twaalf stammen ingedeeld in viermaal drie, die samen een vierkant vormden, met aan elke zijde drie stammen onder 1 banier.

Hier is het een afschaduwing van het hemelse plan, want de werkelijkheid is Christus met Zijn Gemeente. Zo zal straks, als de Gemeente opgenomen is, niet alleen die 24 oudsten daar gekroond op tronen zitten als de Nieuw Testamentische priesterorde, die priesters en koningen zijn voor God, gekocht door het bloed van het Lam. Maar de gehele Gemeente zal samen gebundeld zijn onder deze vier wezens, zoals de twaalf stammen van Israël samen gebundeld waren onder de vier banieren. Het zijn dezelfde wezens, die hier genoemd worden: de leeuw, het gelaat van de mens, de vliegende arend en het rund.

 

Bijbelstudie Centrum – FAQ@bijbelstudiecentrum.nl